Menu

Installatie & vervanging

 

Stap een – kies de juiste accu

Wij geven enkele tips om u te helpen bij uw keuze voor een accu en de installatie van de nieuwe accu.

Raadpleeg de aanbevelingen van de OEM-fabrikant in de handleiding bij uw voertuig wat betreft:

Batterijgroepafmetingen – de batterijafmetingen die passen in uw voertuig. In veel voertuigen kunnen verschillende accu’s worden geïnstalleerd.

Koudstartstroom (cold cranking amps, CCA) – belangrijk voor een goede startcapaciteit. Geeft het aantal ampères weer die een accu gedurende 30 seconden bij een temperatuur van -17.8oC kan leveren tot de spanning onbruikbaar laag wordt.

Reservecapaciteit (RC) – helpt om het elektrische systeem van uw voertuig van stroom te voorzien als de dynamo stuk is. Het geeft de tijd in minuten weer dat de accu stroom kan leveren voordat het voltage tot de spanning onbruikbaar laag wordt.

CCA en RC – over het algemeen geldt: hoe hoger de waarden, des te beter is de accu. Bij een kouder klimaat, is een hogere koudstartstroom gewenst.

Als u een batterij voor cyclische diepontlading zoekt, voor in een boot of voor in de camper, moet u letten op:
· Het type apparatuur dat moet worden gevoed
· Het aantal ampères dat nodig is voor de apparatuur
· Het aantal uren dat u de apparatuur gebruikt

Vermenigvuldig het aantal ampères met de uren om vast te stellen wat de ampère-uren zijn. Bekijk het voorbeeld voor een vissersboot.

Stroomverbruik (A) x tijd (uur) = AH

Verlichting 10 x 5 = 50
Motor sleeplijn 1 x 5 = 5
Fishfinder 3 x 5 = 15
Radio 1 x 5 = 5
Totaal = 75 AH*

*Zoek een accu die het benodigde aantal AH gedurende de vastgestelde tijd en met het voltage kan leveren. Kies voor de zekerheid een accu met 20% meer AH.

Stap twee – verwijder de oude accu

Raadpleeg de handleiding van de auto voor speciale instructies. Bekijk eerst goed welke de positieve aansluitpool de accu is en markeer de positieve kabel. Hierdoor weet u zeker dat u de nieuwe accu goed installeert.
Verwijder eerst de ‘massa’-kabel. Hiermee voorkomt u dat de bedrading en/of de accu wordt beschadigd door per ongeluk contact te maken met de massa.
Verwijder de accukabels met een steekring- of steeksleutel.
Controleer het accuvak en de houder op beschadigingen en corrosie.
Reinig de onderdelen met corrosie met water, ammonia of soda en een stugge borstel.

Maak de “massa”-aansluiting schoon en bevestig deze stevig vast. Draai ook het startmotorrelais en de aansluitingen van de startmotor stevig vast.

Stap drie – installeer de nieuwe accu

De accu moet horizontaal in het accuvak komen te staan. Controleer of er zich niets het accuvak bevindt, wat de accu kan beschadigen.
Draai de houder goed vast aan, maar niet zo vast dat deze beschadigd raakt. Voor de juiste aanhaalmomenten kunt u de handleiding bij de auto raadplegen of het volgende aanhouden:
· Bovenste beugel of frame: 3,39–5,65 Newtonmeter
· Onderste houder met uitsparing: 6,78–9,04 Newtonmeter
· Onderste houder met uitstekend deel: 7,91–10,17 Newtonmeter
· Bevestig de “massa”-kabel als laatste aan de accu.
Controleer of de polariteit overeenkomt met de specificaties van het voertuig. “Massa”-polariteit wordt vaak aangegeven en de kegelvormige, positieve pin is groter dan de negatieve pin.

Verkeerd aansluiten kan aanzienlijke schade aanbrengen aan het elektrische systeem van het voertuig.